Friday, October 28, 2005

REPORT KRL 2005

KLEURRIJK RELIGIEUS LEVEN
op 20 oktober 2005


met als thema:” ANWEZIG ZIJN ”
“Vandaag delen we met elkaar een belangrijke gave, de gave van aanwezigheid.Vandaag zijn we ons bewust van een gave die we in ons dagelijks leven vaak voor lief nemen. Meestal zien we alleen de dingen die in het zicht staan.We lopen door een menigte mensen zonder dat we hun gezichten waarnemen. We voelen ons niet verbonden met hen en zijn anoniem onder hen aanwezig. We zijn druk met onszelf en zien niet wat er om ons heen gebeurt.Maar vandaag komen we met mensen in aanraking die leven aan de rand van de maatschappij en daardoor krijgt de menigte mensen een gezicht. Hopelijk gaan we de ander zien in zijn specifieke omgeving en leren we ook onszelf daardoor beter kennen. Het masker tussen ons valt weg en onze relatie krijgt een diepe betekenis.Het is een ervaring die een bepaald gevoel van hoop in ons wakker maakt. Het is een ontmoeting met God.” (Tekst voorgelezen tijdens de slotliturgie KRL 2005 )

Inleiding

Op 20 oktober jl. vond de zesde, jaarlijkse bijeenkomst van ‘Kleurrijk Religieus Leven’ plaats, voor buitenlandse religieuzen die in Nederland wonen en werken en hun Nederlandse medereligieuzen. Deze bijeenkomsten worden steeds voorbereid door een groep van buitenlandse religieuzen, ondersteund door het secretariaat van het Centraal Missionair Beraad Religieuzen.

De afgelopen jaren stonden deze bijeenkomsten in het teken van de – meestal moeizame – pogingen om in de Nederlandse kerk en samenleving thuis te raken en de eigen missie te ontdekken. De bijeenkomsten waren zonder uitzondering steeds goed en leerzaam. Toch hadden we als voorbereidingsgroep de indruk dat we de laatste keren teveel naar binnen bleven kijken, naar onze eigen ervaringen; dat we teveel in een kringetje draaiden. Daarom besloten we om ditmaal de blik naar buiten te richten.

We kozen voor de insteek van het presentie-pastoraat, zoals dat in projecten van ‘Urban Mission’ vorm krijgt. Het leek ons goed om de buitenlandse religieuzen in Nederland in aanraking te laten komen met pastoraal werkers hier in Nederland die zonder grote pretenties werken in de armere buurten. ‘Urban Mission’ is een voorbeeld van hoe men missionair bezig kan zijn in Nederland. Juist de jongere leken die zo geïnspireerd bezig zijn in dit soort werk kunnen ons helpen zien dat de kerk lééft. Maar wel op nieuwe manieren. Religieuzen, zowel de buitenlandse als de Nederlandse, kunnen iets opsteken van de manier waarop deze werkers present willen zijn. Ze zoeken hun weg niet door in een institutioneel kader te werken, maar door eenvoudigweg present te zijn. En op die manier, door te luisteren, vriendschappen aan te knopen en solidair te zijn, krijgt hun missie vorm.

We zijn blij met de grote belangstelling voor deze dag: ruim 70 mensen hadden zich aangemeld. We wisten vooraf niet hoe onze keuze zou uitpakken om een oefening met de presentie-aanpak in te passen in het programma. We hopen dat de deelnemers een leerzame ervaring hebben opgedaan en inspiratie op hebben kunnen doen voor hun eigen missie in de Nederlandse kerk en samenleving.


Welkomstwoord van pater Theo Vergeer o.f.m.
Theo Vergeer o.f.m. is voorzitter van het Centraal Missionair Beraad


Beste Zusters en Broeders,
namens het cmbr, in het bijzonder namens de werkgroep die dit samenzijn voor ons heeft voorbereid, wens ik u allen een heel hartelijk welkom toe!Het is onze zesde bijeenkomst van "Kleurrijk Religieus Leven", en we zijn blij dat u met zo velen weer gekomen bent, om met elkaar wederom inspiratie op te doen, in deze tijd, en op een plaats zoals hier in Nederland waar het religieuze leven echt wordt uitgedaagd. We durven deze uitdaging aan, maar beseffen dat we daartoe elkaar ook hard nodig hebben om elkaar te ondersteunen. En dat is dan ook de diepste zin van ons samenkomen.

Terugkijkend mogen we zeggen dat de vijf bijeenkomsten die achter ons liggen, vooral in het teken stonden van ‘landen’, proberen een beetje thuis te raken in dit bijzondere land dat Nederland heet. De afgelopen jaren klonk al - heel indringend soms - de vraag: "wat moeten we - in Godsnaam ! - in dit land doen?" We zijn hier al een beetje thuis, maar wat wordt nu van ons verwacht om te gaan doen?

Vandaag, op deze zesde bijeenkomst, willen we expliciet ingaan op die gerichte vraag, die in wezen een missionaire vraag is. Van te voren weten we al: het totaal bevredigende antwoord
op de vraag "wat te doen ?" zullen we vandaag ook niet krijgen. Maar wel kunnen we ons spiegelen aan een voorbeeld. Een voorbeeld van missionair bezig-zijn van enkele geïnspireerde leken-missionarissen onder ons, die zich bezig houden met wat ze noemen "Urban Mission" (stads-zending" ). De plek is de stad (zoals Den Bosch hier), en het gebeurt in de meer armere (volks-) buurten van de stad. De nadruk ligt niet op het doen van veel dingen, maar op het"present-zijn". Een bijzondere missie! Peter met zijn collega's zullen er ons over vertellen en ons begeleiden.

We zijn ons bewust dat deze bijeenkomst een experiment is! We gaan namelijk niet alleen praten over zo'n mogelijk missie in de stad, maar we trekken ook zelf de stad in, om zelf even te gaan voelen hoe het daar is, om een ervaring rijker te worden. Dat we op het einde van deze dag met de wetenschap van een mogelijk nieuw model van missie, én met de ervaring van dat model naar huis terug mogen kunnen gaan is onze wens.

Een goede, fijne, en inspirerende dag toegewenst!


Inleiding van Peter Berkien

Peter Berkien heeft theologie gestudeerd aan de Universiteit voor Theologie en Pastoraat te Heerlen. Hij is geassocieerd lid van de Paters van de Heilige Harten. Hij heeft voorheen in Delft gewerkt in het jongerenpastoraat. Nu werkt hij in Den Bosch, vooral met dak- en thuislozen. Hij doet dat niet vanuit de structuren van een parochie, maar direct op straat, in de leefwereld van de mensen zelf. Hij beschrijft dat zelf als een soort exodus: je gaat weg uit de vertrouwde wereld van kerk en parochie; weg uit een baan met een overzichtelijke agenda. Je stapt een andere wereld binnen. Je trekt er eerst op uit om te kijken, te ontmoeten, te ontdekken. Voor buitenlandse religieuzen die naar Nederland komen is dit waarschijnlijk een herkenbaar gegeven.

Zusters en broeders,

De jaarlijkse ontmoetingsdag ziet er anders uit dan jullie gewend zijn. Er is gekozen om dieper in te gaan op de presentiemethode zoals die in verschillende pastoraal-missionaire projecten wordt gebruikt. We willen jullie uitnodigen om daar op een heel praktische manier mee kennis te maken. Vandaag dus geen lange inleidingen met discussie na afloop, maar een eerste oefening in het pastoraat van de presentie.

De straat op en kijken
Vandaag stellen wij ons bloot aan de realiteit van deze stad ’s-Hertogenbosch. Met een plattegrond en onze neus, ogen en oren gaan we rondlopen. Meer niet. We hebben geen verheven opdracht gekregen om deze stad te missioneren of te verbeteren. De opdracht is heel simpel om te kijken, te luisteren, te ruiken. Wandel rond en laat je verrassen. Misschien kom je met mensen in gesprek, misschien zie je dingen die je verwonderen. Op deze manier beginnen werkers binnen ‘Urban Mission’ hun werken in de stad.
Je stelt je bloot aan deze werkelijkheid en laat die op je inwerken. Eigenlijk hoef je niets te doen, je hoeft alleen maar rond te lopen, er te zijn.

Toch een opdracht
Als we jullie straks de straat opsturen is dat met een plattegrond, zodat je niet zult verdwalen. We geven je ook drie vragen mee:
- Wat zie ik?
- Wat voel ik?
- Wat denk ik daarvan?

Op deze manier krijg je een eerste beeld van de stad, een beeld dat al leidt tot reflectie. Wat gebeurt er als je een wereld binnenstapt die niet de jouwe is? Jullie hebben dat misschien al meegemaakt toen je naar Nederland kwam en een andere beleving van geloof en religieus leven tegenkwam. Vandaag nodigen we je uit die ergens nog vertrouwde omgeving te verlaten en je bloot te stellen aan zomaar een stad ergens in Nederland. Ik wens jullie een goede tocht toe.

Na afloop van de korte inleiding trekken de deelnemers de stad Den Bosch in met een plattegrondje van de stad. Vijf wijken zijn van tevoren uitgekozen: Het Zand, De Muntel, Boschveld, Hofstad en Paleiskwartier. Het is, in tegenstelling tot wat was voorspeld, gelukkig zonnig weer. Na twee uur druppelen de deelnemers weer langzaam binnen in de Mariënburg.


Plenair gesprek
In kleine groepen, die vooraf waren ingedeeld naar taal, konden de deelnemers met elkaar napraten over de korte ‘exposure’-ervaring. Aan het eind van de gesprekken werd gezamenlijk een vraag geformuleerd, die in het plenum werd voorgelegd aan een panel. In het panel zaten, naast Peter Berkien, nog twee mensen die werkzaam zijn binnen het Urban Mission-werk te Den Bosch. Helma Hurkens doet pastoraal buurtwerk in Boschveld, een volksbuurt. Jan Beuckens is coördinator van het Pastoraal Uitzendbureau, een organisatie die dagbestedingsprojecten organiseert voor dak- en thuislozen, o.a. een fietsenwerkplaats, een straatveeg-project en werken aan natuurbeheer,.‘Exposure’ is de manier waarop presentie-werk begint. Maar hoe gaat het verder? Waar is men op uit?Helma: Toen ik kwam werken in Boschveld, ben ik inderdaad begonnen met op straat lopen en indrukken opdoen. Erna volgde echter een dubbele stap. Ten eerste ging het mij erom een band op te bouwen met bewoners, om te zien naar mensen in de wijk, met hun sterke en hun zwakke kanten. Ten tweede zie ik het ook als mijn taak om een protest te laten klinken tegen onrecht dat ik zie gebeuren. In een wijk als Boschveld zie je de maatschappij weerspiegeld. Wanneer ik zie dat mensen in de knel komen, moet ik dat aan de orde stellen.
Peter: Voor mijn werk onder dak- en thuislozen is het al meer dan genoeg wanneer ik werk aan relaties met mensen. Dat ik oog heb voor de mensen op straat en de band met hen verdiep. Dat ik de mensen weet te vinden en andersom.

Jan: In de gespreksgroep werd zonet opgemerkt dat de mensen op straat zo gehaast zijn. Tegenover die haast, kan je presentie stellen. Presentie is een bepaalde houding waarmee ik mijn werk wil blijven doen: aandacht schenken aan wat ik om mij heen en in mezelf ervaar. Presentie, zoals die wordt geoefend in een ‘exposure’, is dus niet alleen een middel, maar een houding waarmee je blijft werken.Kan die ‘onderdompeling’ (immersion) zoals Urban Mission-werkers die ondergaan in een bepaalde buurt, , niet beter plaatsvinden door gewoon in zo’n wijk te gaan wonen? Kunnen er bijvoorbeeld geen kleine leefgemeenschappen worden gevormd die in een volksbuurt gaan wonen en het leven van de bewoners delen?Helma: Soms is het een voordeel om ergens te wonen, soms een nadeel. Ik merk dat ik me anders gedraag op mijn werk dan thuis. Als ik op mijn werk wordt geconfronteerd met vervelend gedrag reageer ik anders dan wanneer mijn buren zich zo zouden gedragen. Als ik werk heb ik een bepaalde functie. Ik woon in Tilburg in een wijk die wel wat lijkt op Boschveld. Thuis heb ik een andere rol. Ik heb afstand nodig om me op te laden.
Peter: Het is inderdaad een voor- en een nadeel. Ik woon in Boschveld. Als ik boodschappen doe, de hond uitlaat, kom ik mensen tegen waarmee ik werk. Daarmee komt hun situatie wel heel dichtbij. De kunst is om te weten dat je anders bent. Ook al woon je tussen de mensen in een volksbuurt, je blijft anders. Dat is geen oordeel over de mensen in mijn buurt. Maar alleen al het feit dat ik onderwijs heb gehad aan een universiteit, maakt mij anders dan de meeste buren. Dat kan en moet ik niet ontkennen. Sommige religieuzen hier dragen een habijt. Misschien ligt hierin een parallel: jullie markeren ermee dat jullie er een andere levensstijl op na houden. Maar jullie willen wel een steentje bijdrage aan kerk en samenleving in Nederland.
- Een deelneemster vraagt door op dat anders-zijn. Ben ik nou per se anders als andere goedwillende, naar mensen omziende buurtgenoten? Hierop ontspint zich een discussie. Iemand merkt op dat we gelijkwaardig zijn, maar niet gelijk. Mensen zijn erg verschillend. Je kan bij de ander zijn, zonder je eigenheid los te laten. Iemand anders concludeert dat het bij missie hoort om je eigenheid te bewaren.
Wat hebben mensen in Nederland nu werkelijk nodig? We zien als we gewoon op straat lopen weinig armoede. Wat moeten we leren om de ‘stille armoede’ te zien?Jan: Er is sinds enige tijd een voedselbank in Den Bosch waar mensen eten kunnen krijgen. Dát is een plek waar je armen tegenkomt. Vaak voelen mensen, zeker oudere mensen, veel gêne om hun armoede bekend te maken aan anderen. Pas wanneer er een vertrouwensband is, ontstaat er ruimte om dit soort dingen uit te spreken.
Helma: Er zijn allerlei soorten armoede. Armoede als isolement, niet de deur uit kunnen. Niet kunnen lezen is een vorm van armoede, je kan niet echt meedoen binnen de maatschappij. Wat hebben mensen echt nodig? Naar mijn mening is dat gemeenschap, dat is voor mij de tegenpool van isolement.
Peter: We zijn geneigd te kijken naar wat mensen niet hebben. Maar iedereen heeft gaven. Dat kan het startpunt zijn: dat wat er aan capaciteiten is inzetten om een stapje verder te komen. Een voorbeeld: toen de Zelfk®ant moest verhuizen hebben mensen van de doelgroep zelf de nieuwe ruimte ingericht. De een deed dit, de ander dat. De ruimte is nu prachtig en het is van de mensen zelf geworden. Dat was nooit gebeurd als een of ander bedrijf al het werk voor ons had gedaan. Dit voorbeeld is typisch voor de manier waarop we binnen ‘Urban Mission’ proberen te werken: ga uit van de kracht van mensen.
- Een deelneemster vertelt over een ontmoeting die ze net heeft gehad met een dakloze bij het station. Ze heeft 20 minuten met hem gesproken en ontdekt dat hij iemand was met een diep geloof. “Good things can happen when you have an open heart”.
Kan ‘presentie’ gezien worden als een vorm van evangelisatie?Peter: In 1992 schreef paus Johanes Paulus II over nieuwe evangelisatie. Ik heb toen geleerd over het ‘waken bij de eigenheid van de ander’. Jij bent jezelf, de ander ook. In de dialoog word je meer jezelf. Dat samen zoeken is voor mij de manier van evangelisatie. Het is niet zo van: ik weet het en kom het je vertellen. De vraag wordt vanzelf wel een keer gesteld: Waarom doe je dit? Ben je van de kerk? Juist door dag in, dag uit met mensen te spreken ontstaat ruimte om dichter tot elkaar te komen en ook te spreken over geloofszaken.
Helma: God heeft vele manieren om contact te zoeken met mensen, ook andere religies. Ons werk is niet om het evangelie te brengen aan mensen.
Jan: Aandacht en goed zien, daar begint het mee. Als je dat niet doet, mis je aansluiting. Bezieling en trouw zijn, als het goed is, kenmerken van ons werk. Het mooie is dat ik inderdaad werk vanuit een bepaalde inspiratie, maar dat ik ook word geïnspireerd door mijn werk. Mijn geloof wordt verdiept door wat ik meemaak op mijn werk. Het is overigens niet zo dat deze kenmerken niet ook te vinden zijn bij andere beroepsgroepen. Ik kom in mijn contacten met hulpverleners zowel mensen tegen met een ‘negen tot vijf’-mentaliteit, als mensen die echt hart hebben voor anderen.
- Er ontspint zich een levendige discussie over dit onderwerp. Ligt er hoe dan ook niet een stuk
bezieling ten grondslag aan dit werk? Leeft er toch niet ook het verlangen om iets van de Blijde Boodschap over te brengen? Een van de Indonesisch-talige groepen stelt deze vraag expliciet. Als je als religieus werkzaam bent in een volksbuurt, dan doe je dat vanuit een religieus ideaal. Je wilt een stukje Koninkrijk Gods zichtbaar maken.
Een pater legt in het kort uit hoe de kerk in verschillende tijdsperiodes is omgegaan met ‘aanwezigheid’: vóór Vaticanum II werden dingen opgelegd: impositie; het sleutelwoord voor Vaticanum II is ‘componeren’, er zijn, met de anderen. Nú is het: ”jullie maken de muziek, wij doen mee”.
Iemand vraagt in hoeverre het presentie-pastoraat anders is dan opbouwwerk. Peter antwoordt dat een cruciaal verschil is dat opbouwwerkers doelstellingen hanteren, programma’s. Presentiewerkers zetten in op de relatie met mensen. Ook wanneer iemand eindeloos ergens over doorzevert, hoort dit bij de taak. En zelfs al verknallen mensen alles, dan nog probeert men trouw te blijven. De vraag is niet: “wat is de hulpvraag van deze persoon?” Het gaat erom te blijven geloven is mensen, hoe lastig dat soms ook is.
Een zuster vertelt over haar werk met verslaafden. “Ik hoef hen niet te bekeren. Ik respecteer hen. En dat voelen ze. Laatst hoorde ik iemand zeggen: Zij houdt van ons. Mensen voelen het feilloos aan wanneer je om ze geeft.” Een pater kan dat beamen. Hij woont in de Schilderswijk te Den Haag en vertelt hoe de aanwezigheid van hem en zijn medebroeders vaak verwondering opwekt in de buurt.


Adressen Urban Mission in Nederland

Mensen die zich diepgaander willen oriënteren op Urban Mission-werk in Nederland kunnen terecht bij de onderstaande adressen. Het cmbr geeft religieuze instituten in Nederland die buitenlandse leden uitnodigen in Nederland graag de overweging mee om gebruik te maken van de expertise van Urban Mission-werkers met interculturele ontmoetingen. Het hoort per slot van rekening wezenlijk bij Urban Mission om grenzen te overschrijden. Er zijn verschillende instellingen die een grote ervaring hebben opgebouwd in de begeleiding van missionaire werkers die hun weg proberen te vinden temidden van de gemarginaliseerden van de Nederlandse samenleving.

Het secretariaat Netwerk Urban Mission is gevestigd in de Mariënburg te Den Bosch, St. Janssingel 92, 5211 DA ’s-Hertogenbosch. Contactpersoon: Bic Driessen. Tel. 073 – 680 26 09. Email:
bicdriessen@hetnet.nl

Trainingscentrum Kor Schippers, Putseplein 28, 2073 HT Rotterdam. Contactpersoon: Henk Bouwman. Tel. 010 – 486 41 21. Email: info@korschippers.nl

InloopCentra Beraad, Stationsstraat 112, 3881 AG Putten. Contacpersoon: Wim van Til. Tel. 0341 – 253 317. Email: wim.van.til@hetnet.nl

Landelijk oecumenisch Netwerk Drugspastoraat, p/a KCW Rotterdam, Hang 14, 3011 GG Rotterdam. Contactpersoon: Hermen van Dorp. Tel. 010 – 411 60 85 of 06 – 12 24 06 00. Email: hvdorp@casema.nl